Aanleg koivijver: het terrein

Verschenen op 20/01/2015 in de rubriek Tuin -> Vijver

Het terrein opmeten
Als u eenmaal besloten hebt hoe groot de vijver wordt, in welke stijl hij gebouwd wordt, en op welke plek de vijver komt, zult u nauwkeurige metingen moeten verrichten om vast te stellen op welke hoogte en op welke plek de vijver en de bijbehorende apparatuur, zoals de filtersystemen en de standpijpvaten, geïnstalleerd moeten worden.

Het is niet moeilijk om de plek van de vijver in de tuin te markeren. Het kan wat moeilijker worden om de hoogte vast te stellen, een taak die heel ontmoedigend kan werken. Als u niet goed weet hoe u deze klus moet aanpakken,kunt u het beste professioneel advies inwinnen om latere problemen te voorkomen. Als u gebruik maakt van de diensten van een vijverbouwbedrijf, is er geen probleem; het bedrijf bezit alle noodzakelijke apparatuur en zal het uitzetten van de vijver graag voor u regelen. Wanneer u de klus zelf uitvoert, kunt u de benodigde spullen waarschijnlijk wel bij een plaatselijk verhuurbedrijf krijgen.

Welke nivelleringstechniek u ook gaat gebruiken, u zult een goed meetlint moeten hebben, een rubberen hamer en een aantal vierkante houten palen (bijvoorbeeld 38 mm dik) van verschillende lengtes, van 30 cm tot 1 meter. Meet de vijveromtrek op en zet de vorm met de paaltjes uit in de tuin; wellicht moet u dit een paar keer doen voordat de paaltjes op de goede plaats staan. Doe vervolgens hetzelfde voor de omtrek van de externe apparatuur. Bekijk het resultaat na afloop, om er zeker van te zijn dat u uitgezet heeft wat u in gedachten had. Wanneer u een minder strakke vijver wilt gaan bouwen, kunt u de vorm van de vijver goed uitzetten door gebruik te maken van een tuinslang.

Wanneer u absoluut precies te werk wilt gaan bij het uitzetten van de vijveromtrek, moet u de afstand meten tussen de eerste paal die u plaatst en een bruikbaar vast punt (in technische termen het reductiepunt), bijvoorbeeld de rand van een muur. U kunt de positie van de overige palen ten opzichte van elkaar bepalen. Wanneer u hiervan een aantekening maakt, kunt u palen die later verkeerd geplaatst worden, gemakkelijk weer op de juiste plek zetten.

De volgende fase is het bepalen van het grondniveau. Als u bouwt op een groot terrein en u denkt erover een grote vijver aan te leggen, kunt u overwegen dat op de

`professionele' manier aan te pakken door een soort landmeterswaterpas te gebruiken. De volgende constructie is ideaal: neem een waterpas (voor het waterpas zetten) en een telescoop (als vizier). Een meetlat met daarop een schaalverdeling wordt bij de apparatuur geleverd en wordt gebruikt om de verschillende hoogten af te lezen. Om de metingen te verrichten, zet u eerst een driepoot op een geschikte plek van waaruit u alle gedeelten van de vijver en alle benodigdheden kunt zien. Zet de telescoop op de driepoot en stel hem waterpas. Allereerst moet er nu een reductiepunt worden gevonden. Dit zou de eerste paal kunnen zijn, maar het is beter om een vaster punt te nemen, zoals een muur, voor het geval de paal per ongeluk wordt verplaatst of wordt omgegooid. Kijk door de telescoop naar de meetlat (die door een behulpzame assistent wordt vastgehouden) en lees op de lat de hoogte van het reductiepunt af. Markeer de hoogte van het reductiepunt met krijt op de meetlat en

noteer deze waarde. Zorg er wel voor dat de meetlat in verticale stand staat wanneer de meting wordt verricht, omdat u anders foutieve waarden krijgt. U kunt nu verdergaan met het opmeten van de hoogten van alle palen; noteer steeds het waardeverschil ten opzichte van het reductiepunt. Leg de gegevens die u zodoende verzamelt op een veilige plaats – u zult ze nodig hebben wanneer u een gedetailleerd ontwerp van de vijver gaat maken, en wanneer u tijdens de bouw alles waterpas wilt maken.

U kunt de hoogteverschillen op langere afstanden ook eenvoudiger opmeten: gebruik een tuinslang waaraan aan beide uiteinden een trechter is bevestigd. Vul de tuinslang met water en plaats de trechters zodanig dat het water tot aan de rand van de trechters komt, wat betekent dat ze allebei even hoog zijn. Meet vervolgens de afstand tussen de trechters en de grond. Zorg er wel voor dat één trechter steeds op dezelfde plek blijft (bij wijze van reductiepunt) en verplaats alleen de andere trechter, anderskrijgt u foutieve metingen. (U kunt ook een doorzichtige plastic slang nemen zodat u het waterpeil in de slang ziet, waarbij u dan de meniscus kunt markeren.)

De meest eenvoudige manier om hoogteverschillen op te meten, en die ideaal is wanneer u daadwerkelijk aan het bouwen gaat, is het gebruikmaken van een goede waterpas en een richtliniaal (of meer exemplaren). Zodoende kunt u de hoogte bepalen van palen die niet te ver van elkaar staan.

In onderstaande tekeningen worden de grondbeginselen van het opmeten van hoogteverschillen weergegeven. Wat zojuist beschreven is, is niet meer dan een zeer korte uitleg van een fase die buitengewoon belangrijk is in het ontwerpen en installeren van een koivijver. Als u niet helemaal overtuigd bent dat u de klus zelf kunt klaren,moet u absoluut hulp van deskundigen inroepen, zodat u ongelukkige fouten voorkomt.

Het vaststellen van de bodemgesteldheid
Voordat u besluit op welke manier u de vijver gaat bouwen, zult u de bodemgesteldheid moeten bepalen. De bodem kan bestaan uit zeer verschillende stoffen: klei, steen, zand, rots, of een combinatie van twee of meer van deze natuurlijke bodemsoorten.

Een hoog grondwaterpeil kan ook voor problemen zorgen; misschien zit u na een paar centimeter graven al op water. Dit probleem kan bijna onoverkomelijk zijn. Als u een beekje of een natuurlijke vijver in uw tuin heeft, of er is zoiets in de buurt, mag u aannemen dat het grondwaterpeil tamelijk hoog is (d.w.z. dicht aan het oppervlak), hoewel er door het jaar heen verschillen kunnen optreden.Woont u echter boven op een heuvel, dan is het hoogst onwaarschijnlijk dat het grondwater u parten zal gaan spelen. Onderzoek zelf de bodemgesteldheid opdat u er zeker van bent dat u met een gerust hart verder kunt gaan met het afgraven van het terrein.

De beste methode om achter de bodemgesteldheid te komen is gebruik te maken van een handmonstersteker of grondboor (een soort 'kurkentrekker' waarmee een klomp aarde uit de grond kan worden gehaald).Die is meestal wel te huur bij tuinbedrijven.Ook kunt u gewoon graven op de plek waar u de vijver wilt aanleggen. Wanneer u twee of drie spaden diep graaft, krijgt u een beter idee van de bodemgesteldheid ter plekke. Beter is het nog om zo diep te graven als de geplande diepte van de vijver, maar dit is niet altijd mogelijk.

Als u een hoog grondwaterpeil aantreft, zal het u extra geld kosten, aangezien u extra apparatuur nodig hebt om te vermijden dat het uitgegraven vijvergat met grondwater volloopt. De goedkoopste en simpelste oplossing is het huren van een grote mechanische pomp die modder kan wegzuigen. Sluit de pomp aan op een buis en pomp het water zo ver mogelijk weg van het gat. Deze methode heeft echter nadelen.Als het water steeds vrij snel komt toestromen en de bodem bestaat uit lichte grond, zoals zand of grind, of uit juist hele zware grond, zoals klei, bestaat de kans dat de zijkanten van het vijvergat instorten, wat natuurlijk weer problemen geeft en wat ook gevaarlijk is. Een tweede methode is aanzienlijk duurder en bestaat uit het bevriezen van de grond. Dit wordt gedaan met een compressor en vertakte buizen die in de grond rond de vijver worden gebracht; het werkt op dezelfde manier als een koelkast. Als de grond eenmaal bevroren is, is er op deze manier een rand rond het bassin gecreëerd waar geen water doorheen kan.

Water en elektriciteit
In uw ontwerp moet u ook rekening houden met de aanleg van buizen en kabels

voor elektriciteit, waterleiding en drainage. (U zult ook op de hoogte moeten zijn van reeds bestaande buizen en leidingen voordat u gaat graven.) Met elektriciteitskabels en waterleidingbuizen kunt u zelf bepalen waar ze gaan lopen, maar met de aanleg van afvoerbuizen voor de vijver en het filtersysteem zult u rekening moeten houden met de plaats van de rioolput. Om de vijver-afvoer zo efficiënt mogelijk te maken, moet de afvoer zo laag mogelijk aangesloten worden, d.w.z. helemaal aan de voet van de rioolput. Wanneer er geen rioolput of rioolbuis in de nabijheid van uw geplande vijver is te vinden, heeft u een echt probleem. Denk dan niet dat een put met steenpuin net zo goed voldoet, want dat is echt niet waar. Er komt heel wat modder uit een vijver, iedere keer dat de bodemdrainage in werking wordt gezet, en deze modder zou de put al snel onbruikbaar maken. U wordt in dat geval geadviseerd om bodemdrainage achterwege te laten en de vijver schoon te houden door middel van een vacumsysteem. Het afval kan dan via buizen worden aangesloten op uw riolering.

Wat buizen aangaat: niets verstoort het uitzicht van een vijver meer dan allerlei zichtbare buizen en kabels. In een goed ontworpen vijver hoeft er geen leiding te zien te zijn, afgezien van de verticale venturibuis en de overlooppijp/skimmer.

Wanneer u erover denkt een waterleidingsysteem aan te leggen om de vijver schoon te maken en bij te vullen, is het veel handiger om een apart systeem te installeren dat permanent te gebruiken is. Dit systeem is meestal gemakkelijk aan te leggen door een 'T-stuk' in de hoofdleiding te leggen. Ook kan hierin gemakkelijk een patroon worden gezet dat chloor uit het water haalt, plus een injectiesysteem dat kleine restjes chloor wegwerkt. Zo'n systeem is veel handiger dan wanneer u voor het onderhoud steeds weer een tuinslang tevoorschijn moet halen. Neem voor zoiets wel contact op met het waterleidingbedrijf om er zeker van te zijn dat u zich aan de regels houdt; waarschijnlijk moet u jaarlijks een klein bedrag bijbetalen.

Ga niet zelf met elektriciteit aan de gang als u niet bevoegd of ervaren bent op dat gebied. Het is veel veiliger om in de eerste fases een elektricien in te schakelen die u kan adviseren wat voor kabels u moet gebruiken en die u kan helpen bij het uitstippelen van de plaats waar de kabels moeten komen. Sluit uw vijverapparatuur niet zomaar aan op het eerste het beste stopcontact. Vergeet niet dat water en elektriciteit een zeer gevaarlijke combinatie vormen. Het is belangrijk - en in vele landen zelfs wettelijk verplicht - om het elektrische circuit te voorzien van een aardlekschakelaar. Zo'n apparaat zorgt er automatisch voor dat de stroom binnen duizendsten van seconden onderbroken wordt als iemand in contact komt met een stroomdraad. (Dit aspect komt weer terug wanneer we dieper ingaan op het bouwen van de vijver.)