Gevelkachel plaatsen
Wanneer u niet van plan bent om de bestaande CV-installatie uit te breiden of wanneer u in de andere vetrekken lokale verwarming heeft, is het plaatsen van een gevelkachel in een onverwarmde ruimte soms de beste oplossing voor het verwarmingsprobleem.
De geveldoorvoer van een gevelkachel die voor een dergelijke kachel nodig is bestaat dan ook uit twee delen: een afvoer en een toevoerkanaal die al 1 geheel zijn uitgevoerd. (buis in buis)
De rookgassen van de gevelkachel mogen natuurlijk niet via een nabijgelegen raam of ventilatierooster weer naar binnen komen. Het is dus duidelijk dat er eisen moeten worden gesteld aan de plaats waar de gevelkachel mag komen. In een gedeelte van de gevel rond de gevelkachel mogen dus geen ventilatieopeningen of beweegbare vensters voorkomen. De grootte van dit oppervlak hangt samen met de capaciteit van de gevelkachel.
Voor het doortrekken van de gasleiding naar de plaats van de gevelkachel moet u de vakman inschakelen. Het gat voor de geveldoorvoer kunt u zelf maken. Bij een gemetselde muur wordt dit gat gehakt. De diameter 2 cm tussen nemen en dan de buitendiameter van de pijp. De ruimte tussen pijp en metselwerk opvullen met asbestcementkoord.
Als u het gat in een borstwering van plaatmateriaal moet maken, kunt u het beste zagen. Eerst boort u een gaatje en maakt u het gat op de vereiste grootte met behulp van een schrobzaag. Ook hier de diameter groter nemen dan de door te voeren pijp en de ruimte opvullen. In beide gevallen de pijp van buitenaf aanbrengen en vastzetten.
Wanneer de gevel is voorzien van warmte-isolatie die uit kunststofschuim zoals polystyreen of polyurethaan bestaat, moet u extra voorzorgsmaatregelen nemen. IN dat geval moet u de isolatie over een breedte van minimaal 5 cm rond het gat weghalen. Het ontstane gat vult u later weer op met glaswol of steenwol.