Iedereen heeft het maar over `zuurstofplanten'. Maar alle planten geven toch zuurstof af? Waarom spreekt men dan in geval van een vijver over zuurstofplanten?
Zoals de naam het al zegt, geven zuurstofplanten zuivere zuurstof af in het water. Moerasplanten maken ook zuurstof, en veel zelfs, maar die hebben hun bladeren boven water en geven die zuurstof af aan de atmosfeer en niet in het vijverwater. U kunt de zuurstofproductie van een zuurstofplant nagaan door in een glazen vaas enkele stukjes waterpest van dichtbij te belichten met de diaprojector: u ziet dan direct minuscule zuurstofbelletjes uit alle delen van de plant komen. In koolzuurgasrijk water (probeer het vorige proefje maar eens met maar eens met bruiswater) gaat de zuurstofvorming nog veel sneller. Het vormt een bewijs dat deze ondergedoken planten tijdens de fotosynthese of bladgroenverrichting zuurstof vormen. Ze hebben daarvoor licht nodig en verbruiken daarbij koolstofdioxide. Omdat sommige waterplanten dat intenser kunnen doen dan andere, en daarbij meestal ook nog tamelijk hard groeien, kunnen ze in verhouding meer zuurstof in het water brengen, en worden ze terecht en duidelijk 'zuurstofplanten' genoemd.
Sterrenkroos, waterpest, vederkruid, fonteinkruid en nog vele andere zijn prima zuurstofplanten. Omdat ze zo snel groeien nemen ze tegelijk ook veel voedingsstoffen weg uit het water. Dat is hun tweede functie.
De meeste zuurstofplanten doen het prima in water dat chemisch in orde is. Zuur of zacht water doet de blaadjes verslijmen. De planten zullen niet goed groeien en misschien zelfs verdwijnen.
Als zuurstofplanten die meteen na het vullen van de vijver werden uitgezet niet willen groeien, heeft dat meer dan waarschijnlijk alles te maken met het feit dat er te weinig opgeloste koolstofdioxide of koolzuurgas in het water aanwezig is. Deze CO2 moet via het wateroppervlak opgenomen worden uit de lucht en daar heeft een vijver enige tijd voor nodig. U kunt beter een maand wachten alvorens, bij voldoende hoge watertemperatuur (vanaf de maand mei is dat meestal wel het geval), de zuurstofplantjes uit te zetten. U kunt ze best bundelen, met een keitje verzwaren en dan in een potje dat half gevuld is met vijveraarde planten. Vul het potje daarna tot de rand met kiezelsteentjes en laat het op zijn plaats zakken. Omdat zuurstofplanten veel licht nodig hebben, mag u ze niet te diep in de vijver brengen. Zorg er ook voor dat ze niet beschaduwd worden door planten met drijvende bladeren. Zet ze in het zonovergoten gedeelte, wanneer uw vijver gedeeltelijk in de schaduw ligt. Sommige soorten, zoals het gedoornd hoornblad, Ceratophyllum demersum, hebben geen wortels. Ze kunnen los in het water worden gegooid. Algen en zuurstofplanten zijn concurrenten als het gaat om de opname van koolzuurgas uit het water. Zorg er daarom altijd voor dat de draadalgen niet de overhand nemen op de zuurstofplanten. De ideale waterwaarden voor een goede ontwikkeling van zuurstofplanten zijn, naast een voldoende hoog koolzuurgasgehalte: GH ongeveer 10°, KH minimaal 7°, pH tussen 7 en 7,5. Ruik bij de aankoop aan de zuurstofplanten. Als ze stinken, zie dan van de geplande aankoop af. Gezonde zuurstofplanten die in goede omstandigheden werden gekweekt mogen niet kwalijk ruiken.
Plant minstens vier bosjes zuurstofplanten per 1000 liter vijverwater.
Ik noem u enkele interessante zuurstofplanten.
Sommige zuurstofplanten wortelen in de bodem, andere zijn eerder drijvende planten.
Het is goed om er een stuk of vier te kiezen, die u in uw vijver gaat gebruiken.